“Mijn dochter vindt dat zij veel baat heeft bij de Dorntherapie”

Dit is een uitspraak die ik optekende uit de mond van Angelique Stroot. Ik maakte voor het eerst kennis met haar tijdens het scoliosecafé van afgelopen najaar. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt, dus toog ik op een zonnige dag in januari naar Berkel-Enschot, de woonplaats van de familie Stroot, waar ik naar goed Brabants gebruik gastvrij werd ontvangen met cappuccino en koekjes.

Al aan het begin van ons gesprek constateren we diverse overeenkomsten tussen ons beiden. We hebben beiden twee dochters van dezelfde leeftijden, waarvan de oudste scoliose heeft, houden van huisdieren en wonen in Noord-Brabant. Ook bij Manon, de oudste dochter van Angelique, werd de scoliose pas ontdekt toen Manon al praktisch was uitgegroeid. Ook zij had tegen haar dochter gezegd: “Die pijn gaat wel weer over, het zijn waarschijnlijk groeipijnen, neem maar een paracetamol.”

Ontdekking scoliose

De scoliose werd op een gegeven moment door Angelique zelf ontdekt, toen Manon een keer voorovergebogen haar haar stond te kammen. Zij vertelt het volgende: “Ik ben zelf werkzaam geweest in de gezondheidszorg en ik schrok enorm toen ik Manon zo zag staan, ik wist meteen wat er aan de hand was. Manon is toen onder behandeling gekomen bij de St. Maartenskliniek en daar werd een S-scoliose geconstateerd met twee forse bochten. Zij kreeg een brace aangemeten, maar had daarvan zoveel pijn dat ze de brace maar een paar uur per dag kon dragen. Toen is al snel besloten om te stoppen met de brace, ook omdat Manon praktisch was uitgegroeid. Wel droeg Manon nog een zooltje om een beenlengteverschil op te heffen. Manon had in die periode veel pijn, ze moest er zelfs school voor verzuimen. Ondertussen keken we uit naar andere behandelmogelijkheden omdat we niet achter een operatie stonden.”

Minder pijn

Op een gegeven moment zijn ze via een kennis in contact gekomen met een therapeut die de Dornmethode toepast. Angelique: “Ik was in eerste instantie nogal sceptisch, maar al gauw bleek dat de behandelingen Manon veel goed deden. Ze had veel minder pijn en toen ze na een paar behandelingen weer voor controle naar het ziekenhuis moest, leken op de röntgenfoto’s de bochten minder te zijn gewor- den. Manon gaat nog periodiek voor controle naar de orthopeed. De scoliose blijft redelijk stabiel en nu hoeft ze pas weer terug te komen in 2016.”

Ter toelichting van de Dorntherapie overhandigt Angelique mij een brochure van de therapeut, waarin onder meer vermeld staat:

‘De Dornmethode is een manier om gewrichten en wervels in hun oorspronkelijke stand te brengen, teneinde de pijn en de blokkades in deze gebieden te verhelpen. Het is nagenoeg een pijnloze, risicoarme, manuele methode in de natuurgeneeswijze. Zo gaat de Dorntherapie ervan uit dat een beenlengteverschil vaak wordt veroorzaakt door een niet goedzittend heupgewricht. De therapie bestaat er dan uit het heupgewricht te corrigeren, zodat het ‘lange been’ korter wordt’.

Angelique vertelt nog wat over de behandelingen van haar dochter. Tijdens de behandelingen vindt eerst een beenlengtecontrole en correctie plaats, vervolgens een controle en correctie van het heiligbeen en tenslotte worden de ruggenwervels ‘rechtgezet’. Manon gaat nu nog ongeveer een keer in de zes weken naar de therapie, vertelt haar moeder en ze komt er herboren vandaan. Laatst zei Manon: “Mam, eigenlijk zou iedereen met rugklachten van deze methode moeten weten.”

Vervolgens praten Angelique en ik nog wat over het leven van een puber met scoliose en over het feit dat de GGD het kennelijk nog steeds niet nodig vindt om bij de reguliere screenings een buigtest af te nemen. Aan het einde van ons gesprek gekomen bedank ik Angelique voor de gastvrijheid en openhartigheid en vervolgens nemen we afscheid. Wellicht tot op een volgend scoliosecafé.

Door Annet Wijers